U zal het snel merken, kleinkinderen zijn er rap bij om vragen te stellen in verband met het werken. Normaal, want elke dag zien zij hun papa of hun mama, of zelfs hun beide ouders voor lange uren “naar het werk” vetrekken. Zelfs al kunnen ze niet alles vatten wat te maken heeft met het beroepsleven, is het belangrijk dat u er samen over praat als grootouder! Wij geven u enkele tips om u hierbij te helpen.
Geef uw beroep een naam en pas deze verwoording aan volgens de leeftijd van uw kleinkinderen.
Dit is het eerste waar u op moet letten: men spreekt niet op dezelfde manier tegen een kind van 3 jaar, een jonge tiener of een echte teenager.
Voor de kleinsten is het in de eerste plaats belangrijk dat u uw beroep met simpele woorden beschrijft en benoemt. Probeer niet zo volledig mogelijk te zijn. Gebruik termen en beschrijvingen die zij kunnen begrijpen en probeer vergelijkingen te maken die hen kunnen helpen om alles goed te vatten, ook al lopen die vergelijkingen soms wat mank. Als u de zaken op die manier aanpakt en uitlegt, kunt u ze een positief beeld geven van het professioneel leven, maar vooral ook de soms wat geheimzinnige en verontrustende sfeer errond uit hun hoofd wegnemen.
Bij jonge tieners kunt u al meer concreet zijn en waarom niet een aantal projecten laten zien waaraan u heeft meegewerkt. U kan ze ook mee op bezoek nemen naar uw werkvloer, zo wordt wat uw “werk” is of was voor hen meteen zoveel concreter en echter.
Voor teenagers kan u nog een stukje meer specifieker zijn en een link proberen te leggen tussen wat uw kleinkinderen hebben leren appreciëren en bepaalde aspecten van uw werk die hierop aansluiten.
Geef een positief beeld van werken, dat is essentieel!
Het beroepsleven is niet altijd zo evident en voor sommige ouders is het een zware belasting van hun leven. Uw kleinkinderen zullen er zeker en vast ook regelmatig getuige van zijn hoe hun ouders volledig “opgeslorpt” worden door hun werk en dit aanleiding geeft tot klagen, stress en irritatie. Het is dus van kapitaal belang dat uw kleinzonen en kleindochters niet alleen dit facet van het beroepsleven zien, om te vermijden dat ze er al op jonge leeftijd een afkeer voor zouden opbouwen!
Daarom is het zo belangrijk dat u hen de positieve kanten van uw beroep toont, wat u waardeert, wat u boeit en wat u persoonlijk heeft laten groeien. Dat kan gelinkt zijn aan de praktische/technische kanten van uw beroep maar ook aan andere zij-aspecten. Bv. leuke momenten met collega’s, ontmoetingen met klanten en medewerkers, het werken in team of nog reizen en alle zaken die u daarmee hebt kunnen ontdekken. Daar zullen zij met alle zekerheid met veel aandacht en geboeid naar luisteren.
Deel zoveel mogelijk met uw kleinkinderen!
Vergeet niet om hen de nodige ruimte te geven wanner u hen dit alles uitlegt. Vermijd te lange monologen. Geef aandacht aan de vragen die zij u kunnen stellen of de opmerkingen die ze maken. En vooral, vergeet niet de allerbelangrijkste vraag: vraag hen regelmatig of ze al een idee hebben wat ze later zouden willen worden. Hebben ze al een antwoord? Vraag hen dan naar de reden waarom ze voor dat beroep hebben gekozen. Dat zal aanleiding geven tot gesprekken die u zullen toelaten hen info en raad en geven… en zelf nog meer te leren over hen!
